Hier had Lammert Halfwerk (1911) sinds 1942  "De Boekenbeurs".

Assenstraat 22Hij woonde in De Hoven. De winkelbibliotheek annex handel in tweedehands boeken was zijn vaste bron van inkomsten. Het antiquariaat had zijn clientèle in heel Nederland. Uit de contacten met klanten ontstond een clandestiene gespreksgroep, die tot aan de bevrijding heeft bestaan. Allerlei volk kwam hier bijeen, na sluitingstijd en vaak op zondagmorgen. Onderwijzers, leraren, kunstenaars etc. luisterden er naar een inleiding en namen deel aan de daaropvolgende discussie. Een welkome afleiding in de sombere bezettingsjaren. Niet voor niets had hij (aansluitend aan zijn initialen) als devies gekozen Lichtend Hoger.

3 HalfwerkOp de zolder van zijn onbewoonde winkel verborg hij in 1944 ongeveer een half jaar de Joodse jongen Meier de Leeuw (1930 - 2012) uit Deventer. Deze was met zijn familie na omzwervingen in De Hoven (Leliestraat 23Achter de Hoven 61 en 57 en Leliestraat 82), een wonderbaarlijk verblijf in Golstraat 23 en een eenzame periode in Drenthe en Twente tenslotte weer in zijn geboorteplaats beland. Hij kwam nooit buitenshuis en getuigt na zoveel jaren dat hij op die zolder zowat de hele bibliotheek heeft uitgelezen. In de zomer van 1944 werd hij met zijn op de Grote Overstraat 33 ondergedoken familie herenigd. Daar beleefden zij de bevrijding.

Een tweede getuige (1946), de zoon van Lammert Halfwerk, verklaart dat hem van deze geschiedenis niets bekend is.

Lammert Halfwerk gaf illegaal een rijmprent uit ‘t Is donker nog… van de Joodse schrijfster Helma Wolf-Catz. De omslagtekening was van de hand van A. ten Kleij, Grote Overstraat 33. Helma Wolf-Catz (1900 - 1979) was met haar dochter Loeka tijdens de bezetting op verschillende adressen in Deventer ondergedoken, onder andere op Grote Kerkhof 21Assenstraat 34, Zwolseweg 119enEerste Pauwelandstraat 2. In mei 1945 werkte Halfwerk mee aan de uitgave van de rijmprent De verlaten cel.

 

Het adres op de kaart