Dit bovenhuis van drie verdiepingen werd bewoond door het gezin Ten Kleij.
De gevel is sinds de oorlog wat veranderd. De familie, Alex ten Kleij (1911), reclameontwerper en Willy ten Kleij-Bresser (1911) bewoonden met hun dochtertje ((1941, getuige) de rechterhelft van dit pand, daaronder was een ijssalon, die al in het begin van de bezettingstijd leeg kwam te staan. Veel later, wanneer is onbekend, zat daar een afdeling van de Feldgendarmerie.
Tegenover hen woonde het Joods echtpaar Heiman Gosschalk (1866 - 1943) en Helena Gosschalk de Wolff (1878 - 1942). De getrouwde dochter Rika Jacobs- Gosschalk (1904 - 1943) van hen woonde met de Joodse man Maurits Jacobs (1903 - 1941) en 3 kinderen (Marlene 1935 - 1943, Marcel (1939 - 1943 en Maud 1942 - ) in Enschede. Maurits is in 1941 door de bezetter opgepakt, gedeporteerd en vermoord in Mauthausen. Rika kwam aansluitend met haar kinderen bij haar ouders wonen. Willy ten Kleij wist voor hen een onderduikadres te vinden, maar daar wilden ze geen baby. Er is toen afgesproken dat baby Maud bij de overburen, de familie Ten Kleij op Grote Overstraat 33 zou blijven als de rest van het gezin elders zou onderduiken. Uiteindelijk is dat laatste nooit gebeurd; ze hebben zich (met achterlating baby Maud) gemeld en zijn via Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd. Daar zijn ze kort na hun aankomst vermoord. Lees hier het familieverhaal van Rika Jacobs- Gosschalk.
Maud heeft vanaf augustus 1942 hier gezeten en de dochter des huizes had er een ‘zusje’ aan; op de foto links beide kinderen bij moeder Willy ten Kleij. Het kind kwam in die jaren nooit op straat vanwege de kans op verraad. Buiten spelen kon uitsluitend op een plat dak aan de achterkant, waar je via een raam kon komen. Maar af en toe was er toch een uitje. De moeder liep dan met de twee kinderen in een kinderwagen helemaal naar de nog steeds bestaande speeltuin bij De Kranenkamp aan de Raalterweg. Daar wisten ze van het Joodse kind, en beide meisjes konden er veilig spelen.
Op een dag kregen de dochter des huizes en Maud de voordeur los en hebben daar staan roepen We gaan naar buiten! Toen zijn ze verraden. De ‘goede’ politieagent G. J. van Zanten (Achter de Hoven 61) ontdekte op het bureau met moeite dat er nog een Jodenkind in de Grote Overstraat gearresteerd moest worden. Hij kwam er achter dat dit bij Ten Kleij moest zijn. Hij heeft Ten Kleij toen via zijn ‘goede’ collega Brandes laten waarschuwen. In allerijl werden de kinderen naar een oma in Gaanderen gebracht, waar ze 3 maanden bleven. De Jodenjagers kwamen tevergeefs, alles was opgeruimd.
In augustus 1943 kwam daar op dit adres het Joodse echtpaar De Leeuw uit Deventer met dochter Judith bij. Hun zoon Meier verbleef aanvankelijk een half jaar op de zolder van Assenstraat 22 en voegde zich later bij ook zijn ouders en zijn zus. Alle onderduikers hebben de oorlog overleefd.
Alex ten Kleij heeft de omslagtekening gemaakt voor de bij Lammert Halfwerk (Assenstraat 22) illegaal verschenen rijmprent ’t Is donker nog…van Helma Wolf – Catz.
Het echtpaar Ten Kleij werd in 1999 door Yad Vashem geëerd met de onderscheiding Rechtvaardige onder de volkeren.