Hotel De Engel werd in de bezettingsjaren beheerd door J. Boudewijnse.
Hij woonde er niet. Het was vanwege het clandestiene eten en drinken populair bij Duitse officieren. Op een van de verdiepingen verbleef enige tijd samen met haar dochter Loeka (1930) de Joodse schrijfster Helma Wolf-Catz (1900- 1979). Helma was met haar eveneens Joodse man, de advocaat Justus Wolf 1896 - 1944), ondergedoken geweest in Loosdrecht. Daar konden ze echter niet blijven. Toen zich daarvoor een goede gelegenheid voordeed sloegen Helma en Loeka op de vlucht. Maar Justus Wolf bracht dat niet meer op en bleef alleen achter. Hij is na een verblijf in Westerbork in een vernietigingskamp vermoord.
Moeder en dochter zochten hulp bij een oude vriend van Justus Wolf, Gerhard Lugard jr. in Deventer. Deze was in de bezettingstijd voorzitter van De Kleine Kring, een illegaal literair gezelschap. Op de maandelijkse bijeenkomsten werden voordrachten gehouden door Nederlandse schrijvers van naam die weigerden om lid te worden van de Kultuurkamer. Lugard zorgde ervoor dat Helma en haar dochter Loeka op het gemeentehuis van Voorst in juli 1944 van een ‘goede’ ambtenaar valse papieren kregen zonder J, maar wel onder hun werkelijke naam. Vervolgens werden ze officieel overgeschreven naar Deventer. Zij woonden enige tijd ‘normaal’ in hotel De Engel. Toen is er iets gebeurd, dat leidde tot de aanhouding van Loeka. Haar moeder sprong in paniek uit een raam van de eerste verdieping en ontkwam. Loeka werd later vrijgelaten. Ze kwamen weer samen en doken nu echt onder in Deventer. Een getuige die toen in het benedenhuis van Assenstraat 34 woonde verklaart dat Helma en Loeka ondergedoken gezeten hebben op dit adres. Helma is door een andere getuige gesignaleerd op Zwolseweg 119. Tenslotte belandden moeder en dochter een week voor de bevrijding op Eerste Pauwelandstraat 1.
Bij de boekhandelaar Lammert Halfwerk (Assenstraat 22) werd van Helma Wolf-Catz tijdens de bezetting de rijmprent ’t Is donker nog… illegaal uitgegeven. De omslagtekening is van de hand van Alex ten Kleij (Grote Overstraat 33). Loeka Wolf Catz beschreef haar oorlogsherinneringen in Kind in de schaduw.