Dit huis, tegenover de Joodse begraafplaats, werd in de bezettingsjaren bewoond door het gezin Wienbelt.
Willem Wienbelt (1904), werkzaam op het kantoor van de firma Ankersmit, woonde er met zijn vrouw Engberdina Weenink (1908) en hun drie kinderen (1932, 1937 en 1940). Op een zekere dag in 1943 is B. J. van den Dool (D.G. van der Keesselstraat 12) bij het echtpaar gekomen met de vraag of zij een Joods meisje, genaamd Jos Sanders (ca. 1925) uit Zwolle wilden opnemen. Haar vader was daar lid van de Joodse Raad. De ouders van het kind doken onder in Gorssel. De onderduikplaatsen van hun 2 andere kinderen zijn niet bekend aan getuige (1947), die de schoondochter is van het echtpaar Wienbelt-Weenink.
Aldus geschiedde. Het meisje zou als geboortejaar 1925 hebben gehad. Getuige heeft van haar schoonmoeder gehoord dat een paar huizen verderop een NSB-er woonde. Diens vrouw zag de onderduikster toen deze een keer aan de achterzijde op het balkon zat. Vervolgens waarschuwde zij Engberdina, dat het meisje beslist binnen moest blijven wegens de kans op verraad. De onderduikster is twee dagen voor de bevrijding met haar ouders in Gorssel herenigd.
Alle leden van het Joodse gezin Sanders hebben overleefd. Na de oorlog emigreerde Jos Sanders naar Israƫl. Voor de echtgenoot van getuige heeft zij daar een boom geplant (illustratie). Zij is meermalen in Deventer terug geweest waar zij haar onderduikfamilie opzocht.